Roadtrip Canada – Alaska: Van Tok naar Cantwell

We wagen ons op de beruchte Denali Highway, bezichtigen een oud railroad museum en bezoeken in North Pole de woning van de kerstman en Rudolf het rendier. We sluiten de etappe af met een sledehondendemonstratie bij de park rangers en een heerlijke kampeerervaring tussen de kariboes in het Denali National Park.

Op de beruchte Denali Highway

We volgen de Glenn Highway richting Gakona. De weg is in slechte staat en we ondervinden aanzienlijke vertragingen wegens wegenwerken. De Highway kreeg in 2002 te maken met een aardbeving van 7.1 op de schaal van Richter.

In Gakona nemen we de junction terug naar de Alcan, via de Richardson Highway. Deze weg scoort wat mij betreft tot de absolute top van onze reis en het was ooit de eerste hoofdweg die in Alaska werd aangelegd. Hij leidt door spectaculaire en zelfs onaardse landschappen.
We volgen ook even de eerste (verharde) 20 km van de beruchte Denali Highway. Wat we daar te zien krijgen overtreft onze stoutste verwachtingen. We wanen ons daadwerkelijk op een andere planeet. Waarschuwingsborden spreken duidelijke taal …

Voor de eerste keer zien we een zeearend op een heuveltop zitten, helaas iets te ver voor mijn telelens om een mooi plaatje op te leveren. De vogel overschouwt het half bevroren meer onder hem.

Op de terugweg valt mijn oog op een stekelvarken langs de weg. Van zodra het beest ons opmerkt verschuilt het zich snel in een struik langs de weg maar zo komt hij er natuurlijk niet van af. Eerst zal het fotomodel moeten spelen voor mijn lens. Het is best wel een indrukwekkend dier, eenmaal je er op amper 1 meter af zit. Het dier kijkt me hypnotiserend aan, een prachtig moment om een paar keer af te drukken.

Iets verderop merken we in het zand verse berensporen op. Ik voel een tinteling langs mijn nek en over mijn rug lopen. Er zit een beer in de buurt … Spijtig genoeg (of gelukkig maar) laat hij zich niet zien.

Eenmaal terug op de Richardson Hwy passeren we de Rainbow Ridge (indrukwekkend bergmassief in verschillende kleuren) met daaromheen bevroren meren en witte bergmassieven.

Kamperen in de natuur

Het is erg koud in deze regio, dus kiezen we voor een kampeerplaats verder weg van de bergen. Omdat de Delta Junction met de Alcan nog te ver weg is kiezen we nog eens voor een State Campground, Donnell Creek, aan de Delta River (zelfregistratie). De kamping is fenomenaal gelegen langs een wijde rivierbedding met uitzicht op een wit bergmassief. De regio wordt veel bezocht door kuddes bisons, maar tot nu blijven ze uit onze buurt.

We genieten van een spectaculaire zonsondergang, maar donker wordt het niet meer.
‘s Nachts steekt er een felle wind op in de vallei, zodanig dat onze camper heen en weer wiegt, maar dit belemmert ons niet om van een zalige nachtrust te genieten.

De ochtend is nog altijd erg winderig. Het stuk van de Richardson Hwy tot aan de Delta Junction biedt nog altijd spectaculaire zichten op de Alaska Range.

We worden er ook getrakteerd op een aardig uitzicht op de fameuze trans-Alaska Pipeline waardoor olie stroomt over een afstand van maar liefst 1.300 km van Prudhoe Bay aan de Arctische Oceaan tot de terminus in Port Valdez.
Het tweede stuk van de weg is heel wat minder interessant. De regio wordt vlakker en bewoonder. Onderweg maken we een stop aan The Knotty Shop, een zeer leuke giftshop waar ze bovendien zeer lekkere supersize ijskreem verkopen.

Op bezoek bij de kerstman

Het plaatsje North Pole, niet ver van Fairbanks, belooft veel als we enkel op de naam afgaan. Hier staat het huis van de Kerstman, Santa Claus House, de plaats waar je het ganse jaar de kerstsfeer kunt opsnuiven.

Uiteindelijk is het één grote commerciële klucht. Het gebouw ligt vlak naast de ongezellige highway en verder is er in de hele omgeving niets interessants te zien.
Je kan er wel leuke en unieke kerstgeschenken kopen ‘voor wat het waard is’.  De stoel van de kerstman staat leeg te pronken in de zaal. De kerstman is niet thuis…
Wie we wel mogen ontmoeten is Rudolf, het rendier. Die ligt te luieren in de tuin achter het gebouw.

Fairbanks, de meest noordelijke stad van onze road trip

Na het blitz bezoek aan North Pole volgt Fairbanks. We parkeren onze camper ergens net buiten het stadscentrum en gaan te voet op zoek naar het bezoekerscentrum. Daar vragen we info over mogelijke tours naar de poolcirkel. Georganiseerde dagtrips kosten rond de 220 US$ per persoon. Het blijkt ook mogelijk te zijn je eigen wagen te huren, maar je moet er dan wel zelf een verzekering bij nemen. Voor de Dalton Highway is dit uiteraard het verstandigst.

Vertrek is voorzien om 6 uur, terugkeer rond middernacht. De wagen, een Ford personenauto, zou rond de 200 Dollar komen, zonder verzekering. Een verzekering kan geregeld worden bij de verhuurfirma zelf. Na lang overwegen besluiten we de trip niet te maken. De tocht duurt zeer lang, zou zeer vermoeiend zijn en uiteindelijk gaat het vooral om een psychologische trip, namelijk het overschrijden van de poolcirkel. De landschappen zouden bovendien maar ècht de moeite waard worden voorbij Coldfoot, vlak bij de Brooks Range.

De mensen van het bezoekerscentrum zijn bijzonder vriendelijk en barsten van de informatie.
Fairbanks zelf is voor mij een tegenvaller. Op een zaterdag lijkt de stad wel uitgestorven. Het valt me op hoeveel dronken personen, zowel mannen als vrouwen, er rondlopen, meestal Eskimo types. Blijkbaar kent men hier hetzelfde probleem met de natives als bvb. in Australië. De stad geeft me niet bepaald een veilig gevoel.

We keren terug richting North Pole om er een kampeerplaats op te zoeken. Het wordt het Riverview RV Park, waar ik nog eens een zeearend spot.

Een stukje treingeschiedenis

We kunnen heerlijk lang – tot 11 uur –  in bed blijven liggen waarna we de Richardson Highway volgen naar de Old Nenana Highway. We brengen een kort bezoekje aan het goudzoekersstadje Ester maar het ziet er allemaal wat uitgestorven uit. In 1990 werd het stadje beroemd voor zijn sledehondenrace van Ester naar Nenana (the Fireplug Sled Dog Race). Deze race werd gedurende een gans decennium jaarlijks georganiseerd.

De reis gaat verder naar Nenana, waar we een oud spoorwegmuseum bezoeken dat zeker de moeite waard is.
Nenana zat boordevol energie toen er in 1992 goud werd gevonden in Fairbanks. Dit resulteerde in de bouw van een handelspost, postkantoor en school.  Tijdens de bouw van de Alaska Railroad in 1915 verdubbelde de populatie en in 1921 werd Nenana uitgeroepen tot stad.  De ‘Railroad Depot’ werd afgewerkt in 1923 en werd een belangrijke transportschakel naar Fairbanks en Seward.

We laten Nenana achter ons en rijden de Parks Highway op naar het Denali National Park.

Op verkenning in het Denali National Park

Zoals in de meeste nationale parken gaan we eerst op zoek naar het bezoekerscentrum waar shuttlebussen kunnen geboekt worden naar Toklat River. Tickets kosten $31 (update 12 sept 2018). We kopen tickets voor overmorgen.
Spijtig genoeg is het eindpunt van de shuttle – Wonder Lake – nog altijd niet bereikbaar.

We kopen ook al op voorhand een ticket voor het kampeerterrein aan Savage River.
We merken snel hoe vlug de bussen volgeboekt geraken in dit laagseizoen. De dienst is pas twee dagen geleden geopend. Voor morgen zijn de bussen van 8, 9 en 10 uur reeds volgeboekt.  Omdat we verkiezen om een volledige dag in het prachtige Denali Park te blijven hangen boeken we de shuttle van 8 uur ‘s ochtends.

Massatoerisme op komst

Het gebied rond de ingang van het het Denali park is goed op weg om een ware toeristenval te worden. Dit soort toestanden zijn we nog niet tegengekomen op onze reis. Juli en augustus moeten een hel zijn voor avonturiers die op zoek gaan naar isolement, stilte en rust in de wildernis.
Volgens insiders zou de toeristenmassa echter afnemen van zodra je de shuttle bus verlaat en begint te wandelen. De meeste ‘oudere’ bezoekers beperken zich tot het nemen van een paar foto’s aan de busstops langs de route en zijn dan weer weg. Ze nemen amper de tijd om de intensieve schoonheid van het park in zich op te nemen.

We kamperen in het Denali RV Park op ongeveer 9 miles van het park.
Na het avondeten trek ik mijn wandelschoenen aan om op ontdekkingstocht te gaan op de bergflanken langs het kampeerterrein. Het is een moeilijke hike maar het gevoel op de top is fenomenaal.

Sledehondendemonstratie

Vandaag wordt er lekker uitgeslapen tot 10 uur om daarna rustig af te zakken naar het bezoekerscentrum om eens te bekijken wat er op een halve dag kan gepland worden. We bezoeken om 14 uur de Sledge Dog Kennel (kwartiertje met de gratis bus). De vriendelijke rangers staan ons toe om rond te wandelen in de kennel om er kennis te maken met een aantal zeer lieve sledehonden. Er wordt tevens een korte demonstratie gegeven met een 5-tal ingespannen honden op een aangepaste slede (extra wieltje voor sneeuwloze grond).

Na de demo begeven we ons naar onze gereserveerde Savage River campground. Het blijkt vrij rustig te zijn op de camping, iets wat in de zomermaanden wellicht niet het geval zal zijn.

Kariboes in zicht

Vanaf de campground maken we een stevige wandeling naar de Savage River parking vanwaar een trail start van ongeveer een uurtje (Savage Trail Loop). Alles samen zullen we zo’n 10 km gelopen hebben. Onderweg zien we enkele kleine kuddes kariboes in de vlaktes (toendra) rondom ons. Het zijn indrukwekkende beesten met hun grote geweien.
Het weer is niet bepaald goed te noemen (zwaar bewolkt en fris), zodat het licht niet meespeelt voor het maken van goede foto’s. Er wordt beter weer voorspeld voor de komende dagen, dus misschien hebben we wel geluk voor onze lange dag in het park morgen.

Rond 23 uur maak ik nog een wandeling naar de achterkant van de camping (afgesloten stuk). Ik kom er temidden van de toendra terecht met een spectaculair uitzicht op de bergen en de rivier. Niet zo ver weg grazen een tiental kariboes.

Het shuttle-bussen-systeem

De ochtend brengt – zoals voorspeld – een stralend blauwe lucht en het belooft een mooie dag te worden. Na een stevig ontbijt verlaten we de campground en rijden naar het Wilderness Access Center om daar onze bus van 8 uur te nemen naar Toklat, het verst mogelijke plaatsje op de Denali Park Road. Het is een rit van ruim 3,5 uur. De duur is afhankelijk van de aanwezigheid van wildlife. De buschauffeurs stoppen indien gevraagd en beantwoorden tevens alle vragen. Onze driver Chuck heeft 20 jaar ervaring en kan ons dus veel nuttige info verstrekken.
Onderweg wordt nog een tiental mensen opgeladen zodat de bus aardig volgeraakt. Dit soort massatoerisme ligt me niet erg, maar andere mogelijkheden zijn er niet in Denali Park.

Afstappen en weer opstappen kan overal

Om verkeersopstoppingen op de Park Road te vermijden wordt met bussen gewerkt (VTS oftewel ‘Visitors Transport System’).
De totale trip tot aan Toklat is zo’n 60 km lang. Passagiers kunnen afstappen waar gewenst. Hikingmogelijkheden zijn er vrijwel nergens, maar je kan dus wel vrij langs de weg (of off road) wandelen om toch een beetje de massa te ontvluchten. Ben je moe gewandeld dan kan je één van de terugkerende bussen gewoon aanhouden en erop springen… als er nog plaatsen moesten vrij zijn.
Het lijkt me nu al evident dat de maanden juli en augustus een ware hel moeten betekenen voor mensen die op zoek zijn naar rust en stilte.

Deze tijd van het jaar zijn niet het meest geschikt om wildlife te spotten in Denali. Veel dieren zijn nog maar net begonnen met hun lentetrekking. We krijgen vanuit de verte een Grizzlymoeder en drie jongen te zien. De rest van de trip spotten we heel wat kariboes, een zilvervos, een aantal steenarenden, een stekelvarken, Dall schapen en natuurlijk de alom tegenwoordige Alaska State Bird, squirells en konijnen.

Wat wèl zeer uitzonderlijk is, is dat Mount McKinley (6.190 m)voluit zichtbaar is in de blauwe lucht. Dit is iets wat weinig parkbezoekers gegund wordt. Meestal is de hoogste berg van Noord-Amerika in wolken gehuld.

Denali is zeer mooi, maar geeft me toch minder voldoening dan Kluane in de Yukon, dat ruiger en vooral eenzamer is.

We kiezen voor het Cantwell RV Park, op zo’n 40 km van de ingang van het park. Hier kunnen we eens goed uitrusten voor een lange trip naar Talkeetna morgen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *