Maleisisch Borneo: Beklimming van Mount Kinabalu (7)

De Mount Kinabalu in het Kinabalu nationaal park is met zijn 4.095 meter de op één na hoogste berg in zuidoost-Azië en is bijna verplichte kost als je naar Borneo reist. Dit is een sublieme natuurbelevenis met als kers op de taart één van de mooiste zonsopgangen op aarde. Een goede fysieke conditie is wel aan te raden want alhoewel de klim technisch gezien niet moeilijk is, is het fysiek niet te onderschatten. De tocht duurt twee dagen, waarvan een aanzienlijk stuk ‘s nachts. 

Infogram rechts

Dit reisverslag is er eentje uit de oude doos en is louter informatief. Gebruik het enkel om inspiratie op te doen.

Hoe zit het met de permits ?

Na de aardbeving van juni 2015 heeft de overheid om veiligheidsredenen beslist om het aantal permits drastisch te verminderen. Er worden per dag slechts 135 permits afgeleverd. De beklimming is zeer populair waardoor geadviseerd wordt om 3 tot 6 maanden voorafgaand aan de beklimming al te boeken om zeker te zijn van een plek.
Check grondig de stand van zaken op de officiële Kinabalu site want de dingen kunnen onverwachts wijzigen.
Op deze site vind je het antwoord op talloze vragen : www.mountkinabalu.com
Bekijk ook zeker de gedetailleerde FAQ.  Bijna elk onderwerp komt aan bod zodat je niet voor verrassingen komt te staan.

Er zijn verschillende formules mogelijk die starten vanaf een goede 280 euro, alles inbegrepen. Op de hierboven vermelde site vind je alle mogelijke formules met hun prijzen en je kan er ook meteen veilig en doeltreffend boeken.
Let goed op waar je boekt want er blijken heel wat frauduleuze sites actief die valse permits afleveren.

Verloop van de klim

Je kan kiezen tussen twee trails :

  • Summit trail : populairst omwille van de kortere afstand tot de top.
  • Mesilau trail : zwaardere route met meer dramatiek in de landschappen en waarbij ook riviertjes moeten doorgewaad worden. Ideaal voor de echte natuurliefhebber.

Het is niet mogelijk om een dagtrip te boeken. Twee dagen/één nacht is verplicht. Er zijn verschillende schuilplekken onderweg. Het eerste deel van de trip start aan de Timpohon Gate op 1.866 m en duurt tussen 5 en 7 uur. Je eindigt dan op 3.272 m in een base camp genaamd Panalaban. Hier bevinden zich een aantal accomodaties waar klimmers een paar uurtjes kunnen rusten/slapen en eten.

Heb je de mogelijkheid, kies dan meteen voor de beste : Laban Rata Resthouse. Het is de enige plek waar je warm kunt eten. Er zijn een aantal private (verwarmde) kamers met twee bedden en meerdere (niet verwarmde) slaapzalen. Ik kan je verzekeren dat dit een welkom paradijs is als de vermoeidheid of hoogteziekte je toch zou overvallen hebben onderweg. De rust kan je goed gebruiken om even later met vernieuwde energie de klim naar de top aan te vangen.
Al om 2 uur ‘s nachts start deel twee van de beklimming naar Low’s Peak. Dit is de top van waar je rond 5.30 uur kunt genieten van een spectaculaire zonsopgang.

Hieronder volgt een kort verslag van de klim zoals wij die in 1995 ervaren hebben. 

Dag 1

07.30 uur : Vertrek per minibusje naar het Power Station (1.830 m). Deze tocht kan ook te voet worden gedaan maar het is een saaie asfaltweg. Je bespaart waardevolle tijd door voor dit eerste trajectje de bus te nemen (30 minuten).

08.00 uur : Aanvang voettocht naar Laban Rata Resthouse vanaf Timpohon Gate. De totale groep bestaat uit zo’n veertig klimmers. De tocht is uitstekend gemarkeerd en elke 500 m is een rusthokje voorzien waar je uit een groot vat drinkbaar water kunt bijvullen.

De eerste dag verloopt moeizaam want het pad is nogal kunstmatig in trapvorm aangelegd, niet bepaald een lachertje voor de dijspieren. Na 4,5 km toont onze gids ons de grote insektenverslindende bekerplanten. De opeenvolging van verschillende soorten regenwoud en vegetatie naarmate je stijgt maakt dit gebied zo bijzonder.

Laban Rata Resthouse (3.400 m)

wordt bereikt na ca. 5 uren klimmen. Het is een zeer gezellig plaatsje met een uitstekend panorama vanuit het restaurant. Laban Rata heeft iets van een Oostenrijkse berghut. De indrukwekkende granieten pieken van het Kinabalu massief doet de monden openvallen.

Om 15.00 uur begint het flink te regenen. We delen een kamer met 6 personen. Het is koud en de warme kledij wordt uit de rugzakken gehaald.

Om 20.00 uur kruipen we onder de wol, want de aanval naar de top start al om 02.00 uur vannacht.

Dag 2

02.15 uur : opstaan, flinke maaltijd nemen, warm aankleden en vertrekken. De koude blijkt in het begin nogal mee te vallen. Een stoet van zo’n 40 stappers en 40 lichtjes begeeft zich moeizaam naar de top. De ondergrond verandert geleidelijk in kale rotsen en ondanks het aanzienlijke stijgingspercentage wordt het stappen wat gemakkelijker.

Op plaatsen waar het té steil en te glad wordt liggen touwen om je aan vast te houden. Dit touwtrekken vergt enkele niet te onderschatten inspanningen, maar het blijven slechts korte pijnen. Goede zaklampen zijn noodzaak in deze inktzwarte duisternis. Na anderhalf uur begint de wind rond onze oren te blazen en wordt het opeens ijzig koud. Gore-tex vesten, sweaters en handschoenen moeten worden aangetrokken om het draaglijk te houden.

Low’s Peak

05.00 uur : Aankomst Low’s Peak (de top !). We zijn veel te vroeg en de zon laat nog een tijdje op zich wachten. Iedereen nestelt zich tussen de rotsen en ineengekrompen wordt gewacht op de eerste bevrijdende zonnestralen. Langzaam maar zeker tekenen de verschillende pieken van het massief zich af tegen de grauwe lucht : St. John’s Peak, Ugly Sister Peak en Donkey’s Ears.
De lucht betrekt echter zienderogen en al snel wordt duidelijk dat we geen echte rode zonsopkomst zullen mogen aanschouwen. Dit is nu eenmaal het risico dat je er moet bijnemen. Ondanks de donkere wolken en de bijtende kou blijven we nog even rond de top hangen. De meerderheid houdt het al heel snel voor bekeken en wil ineens zo snel mogelijk terug naar beneden. Dit geeft de doorzetters wat ademruimte en er kunnen toch nog mooie foto’s genomen worden.

De terugtocht gaat snel maar is een niet te onderschatten belasting voor de knieën. Een of twee wandelstokken kunnen hierbij helpen, je gids zal je er indien gewenst wel enkele bezorgen.

09.15 uur : Terug in Laban Rata, enkele koppen hete thee en chocolade verrichten wonderen.

13.00 uur : Einde trekking. Afhalen van het zuurverdiende ‘diploma’ in hoofdkwartier.

Fier als een gieter en doodop kruipen we in onze bedden. Als we de volgende morgen aan de ingang van het park staan te wachten op de bus terug naar Kota Kinabalu wordt ons een lift aangeboden door een vriendelijke Amerikaan die al een tiental jaren in Maleisië woont. De man runt een motel in Kundasang, een aan het park grenzend dorpje. Zijn Mountain View Motel behoort tot de iets duurdere klasse. Onderweg leren we weer heel wat bij over Sabah en Kinabalu. We worden vlak voor ons hotelletje afgezet waar we nog twee nachten zullen verblijven.

Terug in Kota Kinabalu

De souvenirjacht wordt ingezet. Souvenirs vind ik vooral op de Filippijnse markt in de vorm van schelpenconstructies, hoedjes en allerhande goedkope handicrafts. Boeken en duurdere meer kwalitatieve zaken kunnen o.a. worden gevonden in Wisma Merdeka, een shopping-center achter het Hyatt-hotel.
Onze voorlaatste dag besluiten we al luierend door te brengen op Manukan, één van de eilandjes voor de kust. Het wordt ondanks het onstabiele weer nog een geslaagde ‘relaxing day’ met goede snorkelmogelijkheden.

Het laatste avondmaal wordt genuttigd in het Sedco-complex waar we voor één keer eens niet op een cent kijken. De keuze aan verse vis, krab, kreeft, schelpen, enz… is hier niet te overtreffen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *